Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zalig zijt gij, die nu [15]hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu [16]weent; want gij zult lachen. 15. Namelijk naar de gerechtigheid, Matth.5:6. 16. Namelijk lijdende om Christus en des Evangelies van Christus' wil, gelijk blijkt uit vs.22.